Jute is een moerasplant met sterke en lange vezels. De ruwe uiteinden zijn geschikt voor touw en matten. De fijnste vezels zijn zelfs geschikt voor namaakzijde.

De meeste jute komt uit grote delta-gebieden in Bangladesh. De stengels rotten drie weken in water. Dan kunnen de vezels goed losgemaakt worden.

Het rottingswater wordt nu in oost Bangladesh gebruikt als bemesting voor rijstvelden. Van de vezels worden veel draagtassen gemaakt. Ook jute balen en beschermkleden voor boomstammen.

In het twentse Rijssen stond de jutefabriek van Ter Horst. Meer dan 125 jaar grootste werkgever in het dorp. Productie was bestemd voor autos en tapijten.
In 1982 ging de fabriek over naar de Jute Industrie Groep, die in 2003 failliet ging. Nu zie je jute het vaakst in draagtassen.