De schrijvers bespreken de fysische geografie, geschiedenis, bevolking, relatie stad/platteland, politiek en economie met olie en gas in het achterland van de Sahara als belangrijk element.
De sociale problematiek, de ongelijkheid, de positie van gezin en gezag in de islamitische cultuur en leefstijl worden besproken, heel nuttig voor wie meer van zijn vakantieland wil weten als het weer en eten en drinken.
Daarmee beloofde de economie veel bij de onafhankelijkheid in 1962; de regering legde de nadruk op de industrie: gas en olie, maar de meeste mensen leven op het platteland leven en het voedsel komt vooral uit de import.

Latere ontwikkelingen. In 1971 wordt de Agrarische Revolutie aangekondigd met doel Meer Voedsel, Eerlijke Verdeling, zelfbestuur, en een programma voor de bouw in 1980 van 1000 Socialistische Plattelandsdorpen.
Maar de regering blijft gericht op stedelijk-industriele vooruitgang. Voor tweederde van de mensen in de dorpen ging de kleine landbouw en de welvaart nauwelijks vooruit.
Dan ontstaat in Europa fairtrade en koopt men graag producten - veel wijnen - van een niet communistisch land. Landbouw en dorpswelvaart groeiden daar weinig van.

Op 18 februari 1989 werd het FIS opgericht en begon al snel met geweld en terreur. Economie en handel vielen terug en in de jaren 1990 werd kleine fairtrade-handel onmogelijk.