Koning Wessanthara, batikdoek uit Sri Lanka
- 0
- maandag 26-09-2016
- Jan H.C. Velterop
- De wereld rondom Molletje, Landen, Producten
Het Verhaal van Koning Wessanthara, over de cultuur van Dana, Geven, in boeddhistisch Sri Lanka.
Dit is het symbolische verhaal – een van de 547 geboorte-verhalen “jataka” van de Boeddha – over hoe belangrijk Geven is. Het voorbeeld van de Boeddha laat zien hoe ver je daarin kunt gaan. Het verhaal wordt als Vessantara Jataka gespeeld bij het Bun Phra Wet festival. Dat wordt jaarlijks gevierd in noordoost Thailand en Laos.
Koning Wessanthara was de laatste mensengedaante van Heer Boeddha, voordat hij tot de Verlichting kwam. Zijn naam betekent: geboren in de koopmanswijk. Hij werd opnieuw geboren als prins Siddharta Gauthama en werd Heer Boeddha Gauthama. Heer Boeddha is het grootste levende wezen van alle drie werelden. Hij toont alle mensen de weg naar de bevrijding van het lijden.
Koning Wessanthara was door zijn vader, Koning Sandamaha, naar het woud gestuurd, waar hij nadacht hoe hij nog meer kon weggeven om daardoor tot de verlichting en het boeddha-schap te komen. Zijn vrouw Koningin Madri en zijn kinderen wilden bij hem blijven en zijn leven delen. Het enige dat Koning Wessanthara niet had weggegeven waren zijn kinderen.
Op een dag was Koningin Madri diep in het woud om vruchten te zoeken. Toen kwam de manke bedelaar Bamunu Jutaka, op zoek naar bedienden voor zijn jonge vrouw, in de hoop de kinderen van Koning Wessanthara te krijgen. De kinderen waren bang voor de oude bedelaar, maar Koning Wessanthara gaf ze weg om zijn grote verlangen naar de verlichting in vervulling te laten gaan. Geen wonder dat de aarde beefde bij deze wonderbare gebeurtenis. Koningin Madri kwam terug uit het woud en treurde over het verlies van haar kinderen. Ze huilde en zocht overal of zij hen weer terug kon vinden.
Sakra, de koning van de goden, was bezorgd dat Koning Wessanthara zelfs zijn vrouw zou weggeven aan ieder die om haar zou vragen. Om zo’n dramatische gebeurtenis te voorkomen vermomde Sakra zich als een oude man en vroeg om de Koningin. Madri zei aan Wessanthara: als het je wens is dat ik word weggegeven, dan zal ik het goedvinden. Toen gaf de Koning haar aan Sakra, liet hen elkaar de hand geven en goot water over hun handen als een bezegeling van de belofte. Toen beefde de aarde weer. Sakra nam weer zijn gewone gedaante aan en gaf de Koningin terug aan Wessanthara en wenste hem geluk, dat hij zijn gelofte om alles weg te geven had kunnen vervullen. De twee kinderen die door Jutaka waren meegenomen kwamen toevallig bij hun grootvader terecht, bij de oude Koning. Deze kocht hen terug en hield hen bij zich.
De oude Koning Sandamaha vond nu de tijd gekomen dat zijn zoon het land zou besturen. Hij ging met een legermacht naar het woud en bracht Koning Wessanthara en Koningin Madri terug om het land te regeren. Toen kon de Koning aan iedereen alle goede gaven geven, die hij wilde. Wessanthara werd later Heer Boeddha en Koningin Madri werd later Theri Uthpalawanna, bij het leven van Heer Boeddha.