Ganesha is de god met het olifantenhoofd van de Hindoes. Hij is de god van wijsheid, welvaart en vriendschap, beschermgod van reizigers. Hij brengt geluk en ruimt op wat in de weg staat, is ook heel vrijgevig.

Ganesha is de god van elk nieuw begin. Als een Hindoe iets belangrijks begint, gaat hij naar de tempel. En brengt een offer van bloemen en zoetigheid: puja. Een zakenman doet dat voor elke reis of nieuw initiatief.
Als beschermgod van reizigers staat Ganesha vaak bij een kruising van wegen. Hij helpt reizigers de juiste weg kiezen. In de moderne tijd is hij ook de god van de files en belt hij mobiel.

Ganesha kent veel afbeeldingen. Met olifantenkop, dikke blote buik en roze-oranje huid. Soms met maar een tand, omdat de andere brak toen het hoofd werd afgehakt. Soms heeft hij ook een afgebroken tand. Hij heeft een grote mond om te genieten van het leven. En grote oren om te luisteren en begrip te geven. Met een hand omhoog geeft hij zegen.

Tussen zijn ogen, boven zijn slurf, een symbool dat op een “3” gelijkt, het symbool voor Om of Aum: de klank waaruit het heelal is ontstaan.
Ganesha zit op een lotus-troon, die eeuwige vernieuwing en schoonheid betekent.
Soms afgebeeld met twee armen als mens. Soms met vier armen, twee aardse van zintuigen en ego, twee goddelijke van bewustzijn en wijsheid. In zijn handen kan hij verschillende voorwerpen dragen zoals  een drietand.

Aan zijn voeten een klein ratje (of muisje) met de naam Mushika, zijn persoonlijk vervoermiddel. Symbool van het ego, dat knaagt aan het goede in iemand. Dat Ganesha op de rat rijdt betekent dat het verstand de baas moet zijn over het ego.

Soms zie je een swastika, hakenkruis. In het sanskriet symbool van welzijn en geluk: “het is goed”. Dit symboliseert de wentelgang van de vier seizoenen van het ronddraaiend jaar en van oneindigheid. Bij de boeddhisten symbool voor de zon. In het oude China symbool voor de oriëntering naar de vier windstreken en teken voor het getal tienduizend = oneindig. In de moderne geschiedenis symbool voor Nazi-Duitsland.

Deze zoon van Shiva en Parvathi, werd geboren tijdens een lange afwezigheid van Shiva. Toen Ganesha eens voor de deur stond, weigerde hij zijn vader, die terugkwam van zijn lange reis, de toegang. Hierop onthoofde Shiva hem. Toen bleek dat het om zijn zoon ging, beloofde Shiva hem het hoofd van de eerste voorbijganger te geven. Dit was een olifant. Bij het afhakken van het hoofd brak de olifant een tand. Daarom heeft Ganesha maar één tand in plaats van twee.