UGANDA, ontwikkeling in industrie en fairtrade

Uganda, of Oeganda, is een land op de evenaar in Oost Afrika; het grenst aan Zuid-Soedan, Kenya, Tanzania, Rwanda en Congo-Kinshasa. Het oppervlak is meer dan 240.000 vierkante km, met bijna 40 miljoen inwoners in 2017. Staatshoofd is sinds 1986 president Yoweri Kaguta Museveni.

De economie van Uganda is sinds Museveni gegroeid door liberalisering, buitenlandse investeringen, projecten op het platteland met meer politieke vrijheid. De export van Oeganda is koffie ($555M), goud ($416M), peulvruchten ($98,4M), visfilets ($87,1M) en cacaobonen ($74,9M). Dat gaat over de grote bedrijven. Voor groei mikt de regering op multinationale bedrijven, vaak op land dat eerst gestolen is van boeren en veehouders. Bekend voorbeeld is de bloementeelt, nu volgt ook de mijnbouw.

Een kans zien ze in eigen olie-industrie van een nieuw veld bij het Albert Meer, in 2006 ontdekt. De voorraad is 6.5 miljard vaten waarvan 1.4 miljard winbaar is. Het franse Total gaat met China de exploitatie doen via een pijplijn van 1500 km dwars door  rivieren, natuurreservaten met olifanten en chimpansees, en 400 dorpen met 14.000 huishoudens die hun land kwijt zijn. Kosten 3.5 miljard dollar waarvan 2.5 miljard geleend moet worden, een enorme schuld voor de toekomst. De nationale oliebedrijven zijn al akkoord. Trouw meldt 5 maart 2021 dat 263 milieu-organisaties de banken oproepen hier geen geld in te steken omdat fossiele energie niet lang meer kan functioneren. De compensatie-regeling die Total belooft is ook niet goed. Vijf maanden eerder meldde Oxfam-Novib al dat Uganda met dit project 244 miljoen euro belasting-inkomsten misloopt door het fiscaal verdrag met Nederland.

Enorme corruptie, vooral van politie, maakt initiatieven van kleine mensen kapot. Corruptie jaagt tegenstellingen op tussen groepen en stammen. Vergeten wordt: hoe de gewone mensen hun deel krijgen, zij leven helemaal van de opbrengst van hun shamba, hun veld. Betere prijzen krijgen ze niet. Dus de jeugd ziet geen toekomst op het veld en trekt naar de stad. Daar moet je leven van  verdiend geld, maar daarvoor is er geen werk. Overleven met of tegen regels en moraal is de enige keus.

De FT-beweging draagt bij aan de oplossing: door fairtrade betere prijzen-af-boerderij, betere prijzen voor kleine ambachtslieden en handwerk-producten. Alleen deze kleine werkgelegenheid geeft mensen in de dorpen en in de sloppenwijken een toekomst en vooruitzichten.

Op onze website vind je de volgende artikelen over de mensen, de producten, het land:  uit 2007 over Joseph Kony Leger van de Heer,  gevolgd door bericht uit 2015.